Notities | Wolf Dormits en zijn vrouw Marianna waren samen met hun drie dochters van tienerleeftijd, Selma en Heintje, al meerdere malen opgepakt, maar iedere keer waren zij weer vrijgelaten. Wolf had een leidinggevende functie gehad bij de gemeentelijke vleesdistributie in Den Haag en had als zodanig een voorkeursbehandeling genoten. Tegen het eind van 1942 begon hij echter te vrezen dat daar spoedig een einde aan zou komen, dus richtte hij zich erop een schuilplaats te vinden. Hij zocht contact met de heer J.L.S. Wolbeer, een inspecteur van politie die actief was in het ondergrondse verzet. Wolbeer had de oom en tante van Wolf, de heer en mevrouw Van Vollenhoven, al ondergebracht bij Johannes en Gerridina Geradts, en hij kon Wolf mededelen dat zij eveneens bereid waren hem en zijn gezin te laten onderduiken. De familie Dormits arriveerde op 4 december 1942 in de kleine Haagse woning van de familie Geradts, een jong echtpaar, van wie Gerridina vroedvrouw was. Zij verborgen de vluchtelingen, vier volwassenen en twee kinderen, in een buitengebouwtje achter het huis, vlak bij de keuken. Gerridina vertelde een aantal van haar familieleden dat zij mensen in huis liet onderduiken, en zij kwamen hen regelmatig verzorgen. De buren wisten echter niet dat er joden verstopt zaten op het terrein van de familie Geradts, dus moesten de onderduikers zich stil houden.’s Avonds konden zij uit hun buitenhuisje naar binnen komen; en er werd een tweede deurbel geïnstalleerd aan de achterkant van het huis, zodat zij een waarschuwing kregen als er bezoekers kwamen. Wolbeer voorzag de familie Geradts van extra voedselbonnen en slaagde er met behulp van zijn voormalige collega’s bij de vleesdistributie in vlees te bemachtigen. Gerridina moest opletten dat zij zich niet verdacht maakte door voedsel voor acht personen in te slaan, want officieel waren zij maar met z’n tweeën. In maart 1943 werden de onderduikers ontdekt, omdat Wolbeer was gevolgd door collaborateurs toen hij voedselbonnen bracht. Het huis werd overvallen door de beruchte politiechef J.C.Kaptein en iedereen werd ingerekend. Johannes werd naar kamp Vught gestuurd, waar hij een jaar heeft gezeten. Hij heeft lichamelijk zeer geleden vanwege de zware arbeid die hij daar moest verrichten. De heer en mevrouw Van Vollenhoven werden op transport naar Auschwitz gezet en zijn nooit teruggekeerd. Wolf en Marianna Dormits en hun dochters werden afgevoerd naar Theresienstadt en zijn later ’ingeruild’ voor medicijnen en naar Zwitserland overgebracht. Na de oorlog zijn ze naar Nederland teruggekeerd, waar ze nog steeds contact houden met de familie Geradts. Op 18 mei 1989 werden Johannes Petrus Geradts en zijn vrouw Gerridina Geradts-Krook door Yad Vashem erkend als Rechtvaardigen onder de Volkeren. |