TERUG NAAR START
Anthon Wilhem Ruytenaar
Nr. 1122898473
GeslachtMan
Leeftijd± 68 jaar
 
Geboren± 1740teHeijten Attendrof
Overleden25-11-1808teAmsterdam in het Besjeshuis
Begraven29-11-1808teAmsterdam op het St Anthonis Kerkhof
 
Kerkelijk huwelijk 25-6-1780 te Amsterdam in de Nieuwe Kerk
 
metGeysi Kopier
 Geboren± 1737
 Begraven8-6-1800
NotitiesCompareerden als vooren, Anthon Wilhelm Ruijtemer van Heijten Attendorf, gereformeerd, out 42 Jaren, in de Egelantierstraat, Ouders Doot, Geassisteert met Jan van Aggeren, woont als vooren, met Geesje Copier van Cuijlenburg, Gereformeerd, weduwe van Willem Snijder, in de Passeerderstraat. Den 9 Juni 1780; Sij mans doot; goet ingebragt en Weeskamer voldaan den 8 Juni 1780.
Versoekende hare drie Sondaagse uytroepingen, omme naar derselve, de voorsz. trouwe te solemniseeren, en in alles te voltrekken, so verre daar anders gene wettige verhinderinge voor en valle. En naar dien sy by waarheyd verklaarden, dat sy vrye Personen waren, en malkanderen in bloede niet en bestonden, waar door een Christelijk Huwelijk mochte verhindert worden, zijn hun hare geboden verwilliget.
Getekend Anton Wilhelm Ruitemer en X
Kinderen  Godlieff
Hanna Sellotta
Notities overlijdenOverleden in het Besjeshuis, het Oude Vrouwen- en Mannenhuis, later Verpleeghuis en reactiveringcentrum Amstelhof genoemd. Dit huis was de Nederlands Hervormde stichting aan de Binnen-Amstel tussen de Nieuwe [vm Joden] Herengracht en de Nieuwe [vm Joden] Keizersgracht, in de volksmond bekend als "het besjeshuis". De grond werd in 1681 beschikbaar gesteld door het stadsbestuur, de bouwkosten bestreden uit een legaat van Barend Helleman (overl. 18 Oct. 1680), die de gereformeerde kerk tot zijn universele erfgenaam gemaakt had. In 1683 voltooid. Het huis begon met alleen vrouwen en daarom heette het ook Oude Vrouwen Huis, maar in de volksmond steeds Besjeshuis. Die benaming was zo ingeburgerd, dat ook in officiële stukken wel van Besjeshuis werd gesproken. Zoals men weet, zijn besjes - het woord is afgeleid van best, het begin van bestemoeder, later gebruikt voor afgeleefde vrouwen – uitsluitend van het vrouwelijk geslacht. Het huis kon in 1718 een uitbreiding aan de achterzijde maken, die opname van mannen mogelijk maakte, maar bleef Besjeshuis heten. Dat was misschien ook wel terecht, want de mannen kregen een woonplaats beneden het niveau van de tuin, zeer vochtig, zodat zelfs van mannenkelder werd gesproken. Het is te begrijpen, dat het huis niet alleen op den duur werd vergroot, maar dat ook het grote achterterrein nog een aantal malen werd benuttigd.