Jan Hendricus (Jan) van Soldt Nr. 1122900540
Geslacht Man Leeftijd 76 jaar   Geboren 4-12-1913 te ’s-Gravenhage Gedoopt 4-2-1914 te in de Groote Kerk Overleden 23-12-1989 te ’s-Gravenhage, de Sillestraat 190 Gecremeerd 30-12-1989 te Rijswijk Eikelenburg	Vader  Johannes Leonardus van Soldt   Geboren  23-8-1887   Overleden  8-8-1950 Moeder  Helena Bezem   Geboren  11-4-1890   Overleden  4-8-1971 Broer  Martinus Gijsbertus *19-6-1912 Broer  Bernardus Wilhelmus *8-3-1917 Broer  Martinus Gijsbertus *24-9-1921 Broer  kind 4
Huwelijk 1-5-1940 te ’s-Gravenhage   met Maria Leontina Josepha Bos   Geboren 28-1-1911   Overleden 7-12-1997 Notities Uit I.Gutman, Rechtvaardigen onder de Volkeren. Nederlanders met een Yad Vashem-onderscheiding voor hulp aan joden. Uitgever Uitgeverij L.J. Veen/NIOD / Amsterdam / 2004 pag. 819: In juni 1943 dook de tienjarige Rosalie Sitters onder in het huis van de familie Dinkhuysen in Haarlem. In 1944 was het voor haar te gevaarlijk geworden om daar te blijven, en zij werd haastig overgebracht naar de familie Van Soldt in Den Haag. Maria van Soldt was een nicht van Wilhelmus Dinkhuysen en ze had de jonge Rosalie reeds ontmoet bij een eerder bezoek aan haar familie in Haarlem. Maria en haar man Johannes hadden al twee onderduikers in huis, de broers Jo en Jacques van Praag, die allebei waren getrouwd met niet-joodse vrouwen. Deze kwamen hen iedere week opzoeken, en de broers zelf liepen vrij rond. Op een dag werd Jacques in een trein gearresteerd en gedeporteerd. Vanaf dat moment was het niet langer veilig voor Rosalie om bij de familie Van Soldt te blijven. Na korte tijd op een ander adres te hebben gezeten werd Rosalie weer ondergebracht door de familie Dinkhuysen. Nadat Rosalie was vertrokken heeft het echtpaar Van Soldt onderdak geboden aan een Britse soldaat. Op 21 oktober 1981 werden Johannes Hendricus van Soldt en zijn vrouw Maria Leontina Josepha van Soldt-Bos door Yad Vashem erkend als Rechtvaardigen onder de Volkeren.	Kind  Kind 1
Notities persoon Bij Koninklijk Besluit dd 31 oktober 1975 nr 3 werd aan hem in zijn kwaliteit van chef postkamer van het Verbond van de Nederlandse Groothandel te ’s-Gravenhage op voordracht van Economische Zaken in 1975 C/705 de Eremedaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, in zilver toegekend.[bron: Kanselarij der Nederlandse Orden / 4009]