Petrus Franciscus (Pieter) van Solt |
Nr. 1060093772 |
|
|
Geslacht | Man |
Leeftijd | 78 jaar | |
Geboren | 11-9-1840 | te | Amsterdam in de Beulingstraat 7 |
Overleden | 27-12-1918 | te | Amsterdam op Ziezeniskade 21 |
Begraven | 31-12-1918 | te | Amsterdam op het RK Kerkhof Buitenveldert |
|
|
Huwelijk |
20-6-1867 |
te |
Amsterdam |
|
met | Maria Anna Theewes |
| Geboren | 10-3-1835 |
| Overleden | 26-3-1923 |
Notities | Op heden den Twintigsten Junij Achttienhonderd Zeven-en-Zestig, zijn voor ons ondergetekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Stad Amsterdam, in het huis der Gemeente, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan Petrus Franciscus van Solt, commissionair, geboren en wonende alhier, oud zeven twintig jaren, meerderjarige zoon van Pieter van Solt en Geertrudis Looman, beide overleden ter Eene en Maria Anna Theewes, winkeldochter, geboren en laatst gewoond hebbende te Bergen op Zoom, Arrondissement Breda, wonende thans alhier, oud tweeëndertig jaren, meerderjarige dochter van Johannes Theewes, overleden en Anna Catharine Holtzer, zonder beroep, wonende te Bergen op Zoom ten andere zijde De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn blijkens de daarvan hiernevens gevoegde bewijzen onverhinderd geschied alhier en te Bergen op Zoom, den negenden en zestienden dezer, voorts zijn aan ons overgelegd ten eerste de geboorteacten der verloofden, ten tweeden de overlijden acten van de ouders der Bruidegoms, Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot Echtgenooten, en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn: hetwelk door hen, uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door het Huwelijk aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van: Wilhelmus Augustinus van Solt, broeder des Echtgenoots, zonder beroep, oud vier en twintig, Johannes Cornelis Mulder, schilder, oud twee en vijftig, Gerardus Wilhelmus Lucas van Elwe, fabrikant, oud zes en dertig, en Antonius Josephus Holman, bediende, oud vijf en twintig jaren, wonende allen alhier. En is hiervan door ons opgemaakt deze Akte, welke na voorlezing, door de Komparanten, de Getuigen en ons is onderteekend. NB Gerard van Elwe was zoon van Johanna Geertrudis Looman, zus van zijn moeder. In de ondertrouwakte staat dat Pieter in de Noorderstraat nr 479, buurt AA [= nr 21, later nr 75] woonde en Maria Anna in de Kalverstraat 28/30 waar zij zich op 22 mei 1867 tijdelijk heeft gevestigd. Bij de vernoeming van hun kinderen volgt het echtpaar slechts gedeeltelijk de traditie. De oudste dochter wordt vernoemd naar moeder’s moeder, maar de oudste zoon niet naar vader’s vader, maar naar moeder’s broer of oom. Bij de tweede zoon is moeder’s vader niet in beeld [dat zou Joannes moeten zijn]. Pas de derde zoon wordt naar de Pieters vernoemd. De reden voor dit afwijkende gedrag in een traditionele familie is onduidelijk. |
|
|
Notities persoon | Is Commissionair, waarschijnlijk in manufacturen en vermoedelijk in dienst van de firma Bahlmann ’in manufacturen’. Link naar Biografie en verder naar de daarin genoemde documenten. Van veel documenten is veelal een slechte kopie beschikbaar; voor zover mogelijk zijn deze elektronisch opgeschoond, waardoor de leesbaarheid wordt bevorderd, doch de kwaliteit niet verbeterd. | Notities geboorte | Op heden den Veertienden September Achttienhonderd Veertig, is voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Stad Amsterdam, verschenen: Pieter van Solt, van beroep Onderwijzer, oud Acht en twintig Jaren, wonende Beulingstraat Kanton 3 No 6034, welke heeft verklaard dat op den Elfden dezer des voormiddags ten twee ure, in het huis, staande als boven is geboren een Kind van het mannelijke geslacht, uit Geertrudis Looman, van beroep geen, wonende als boven, zijn echtgenote, welk Kind zal genaamd worden Petrus Franciscus, van welke Verklaring wij deze Akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Pieter van Solt, van beroep geen, oud Zes en zestig Jaren, wonende Amstel nr 1 en van Jacobus Nolet, van beroep Schoenmaker, oud Zeven en zestig Jaren, wonende Voetboogstraat No 7 en is deze Akte door ons, benevens door den vader en de Getuigen, na voorlezing onderteekend. NB Jacobus Nolet was gehuwd met Dina van Solt, dochter van Pieter’s overgrootvader Christiaan van Solt. De familie was ook in de wijdere vertakking toch nog heel hecht in de 19e eeuw. Beulingstraat 7, burgerwijk 33, verponding 6034, buurt II-498, afdeling 1, kanton 2, kadaster F-117 | Notities overlijden | Heden dertig December negentienhonderd achttien verschenen voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam: August Hendriks, van beroep aanspreker, oud negenentwintig jaren, wonende alhier, en Jan Vos, van beroep aanspreker, oud negenenzestig jaren, wonende alhier, die verklaarden, dat op den zevenentwintigsten deze, des voormiddags ten vier ure, in de gemeente Amsterdam is overleden Petrus Franciscus van Solt, zonder beroep, wonende alhier, oud achtenezeventig jaren, geboren alhier, echtgenoot van Maria Anna Theewes, zoon van Pieter van Solt en Geertrudis Looman, beiden overleden. Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. Op 19 juli 1868 heeft Pieter zijn testament gemaakt bij notaris Petrus Arendinus Smits waarbij hij zijn echtgenote tot enig erfgenaam verklaarde van hun gemeenschap van goederen met erkenning van de legitieme portie voor de eventuele uit het huwelijk voortspuitende kinderen. Bovendien benoemt hij haar tot executeur-testamentair en geeft haar alle volmacht zijn wilsbeschikking en begrafenis te regelen. Op 15 juli 1919 is de inventaris van de nalatenschap opgemaakt door notaris Adriaan Cato Schwartz. De erflater heeft op 2 april 1919 de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Een deel van de roerende goederen zijn geveild. De totale waarde van de roerende nalatenschap wordt geschat op 340 gulden. Daarnast is er een spaarbankboekje van ruim 300 gulden. Erflaters aandeel in het restant van de hypothecaire vordering op haar zwagers schoonvader Andreas Nicolaas van den Bronk van 3000 gulden moet nog worden vastgesteld. Datzelfde gaat op voor een renteloze lening aan van den Bronk pro resto vermoedelijk 4765 gulden. Er was nog een pensioentegoed van de firma Bahlmann, terwijl in contanten 22 gulden aanwezig was. Er zijn nog medische kosten, achterstallige huur en belasting en kosten van begraven die niet volledig door de verzekeringen worden gedekt. |
|